Wet op de ondernemingsraden

Hoe groot is het speelveld?

Wat kun je met de Wet op de ondernemingsraden? Welke mogelijkheden, onmogelijkheden en valkuilen zijn er? Hoe strikt moeten OR en bestuurder zich aan de wet houden, waar zit ruimte en hoe gebruik je die? Wat is de bedoeling van de WOR geweest en hoe zorg je ervoor dat je als OR geen procedurefreak wordt waar niemand op zit te wachten? Wat is er mogelijk om binnen de WOR de medezeggenschap te moderniseren? Hoe groot is het speelveld en hoe speel je het spel?

Ja, ik wil meet weten

Herken je dit?

  • Je bent een beginnende OR en je denkt dat je alles moet doen volgens de WOR.
  • Je bent een OR die zich aan de WOR houdt, maar je bereikt de grenzen van je invloed.
  • Je brengt advies uit, maar je merkt dat het vaak mosterd na de maaltijd is.
  • Je hebt afgesproken om ‘in de geest van de WOR’ te werken, maar het is er daarmee niet beter op geworden.

Als je niks doet, dan kan dit gebeuren:

  • Je wordt een procedurele OR en hebt daardoor nauwelijks invloed.
  • Je probeert vroegtijdig invloed te krijgen, maar merkt nauwelijks verbetering.
  • Door het formele karakter wordt de OR beschouwd als een vergadertijger en een club die de boel ophoudt.
  • De invloed van de OR neemt af en het imago van de OR verslechtert.

Is er wat aan te doen?

  • Ontdek welke valkuilen de WOR onbedoeld gegraven heeft en leer ze vermijden.
  • Ontdek waar en hoe de OR veel invloed kan uitoefenen.
  • Ontdek ‘de bedoeling’ van jouw medezeggenschap en pas daar je werkwijze op aan.
  • Leer hoe de recente geschiedenis van invloed is op de hedendaagse medezeggenschap en waar deze in de weg zit.

Bij wie kun je terecht?

We hebben allemaal onze eigen aanpak en specialiteiten.
Bekijk de profielpagina's om te zien wie het beste bij jullie past.

Over de Wet op de ondernemingsraden

 

Vooruitstrevende werkgevers

Medezeggenschap werd aan het begin van de twintigste eeuw georganiseerd door vooruitstrevende ondernemers zoals Marken uit Delft en Stork uit Hengelo. Zij deden dat vanuit het idee dat samenspraak en inspraak beter waren voor de organisatie. Daarbij was  in andere gevallen ook het wel eens het motief dat je op die wijze de vakbonden buiten de deur kon houden. In 1950 werd medezeggenschap wettelijk geregeld in de Wet op de ondernemingsraden. Van die ondernemingsraad maakte bestuurder én werknemers deel uit. De bestuurder zat toen dus in de ondernemingsraad.

Hervormingen

Aan het eind van de jaren zestig en begin jaren zeventig had het kabinet Den Uyl grote plannen tot hervorming. Den Uyl wilde een alles omvattende participatiemaatschappij. Een onderdeel daarvan was: “Gelijke verdeling van macht”, en daar hoorde arbeiderszelfbestuur bij. En om de ondernemingsraad meer macht te geven, wilde Den Uyl dat de bestuurder niet langer deel uitmaakte van de ondernemingsraad.

Strijd om de WOR

Tot verbazing van velen, werd de herziening van de Wet op de ondernemingsraden een strijdtoneel van botsende visies en belangen. Dat kwam onder meer omdat het in een tijd speelde van sterke polarisatie. Vakbeweging, werkgevers en politieke partijen, stonden vaker tegenover, dan naast elkaar.
Den Uyl kreeg de herziening van de Wet op de ondernemingsraden niet door de Tweede Kamer. Het was in het daarop volgende kabinet onder premier van Agt, dat de herziening van deze wet werd opgepakt. Van Agt onderschatte echter de dynamiek en strijd die er onder lag. Zoals de emancipatie, ontzuiling en verschuivende machtsverhoudingen. Ze weerspiegelden zich fel in de herziening van de Wet op de ondernemingsraden.

Scherpe verhoudingen

De sociale verhoudingen waren scherp. De vakbonden hadden grote invloed en namen ook tegenover het PvdA kabinet zwaar stelling. Arie Groeneveld, voorzitter van de toenmalige industriebond FNV, vatte zijn kritiek op de Wet op de ondernemingsraden als volgt samen.  Eén ons medezeggenschap, tegen één kilo verantwoordelijkheid.
In de samenleving, was de onrust groot. Studenten namen de klassieke machtsverhoudingen niet langer voor lief en burgers trokken ten strijde om te tonen dat ze zich niet zomaar neerlegden bij besluiten van regenten. Ze eisten hun positie, streden voor emancipatie, en vrouwen voor het recht om over het eigen lichaam te beslissen.
En dan de arbeider. Ook die maakte zich los uit de oude verhoudingen. Er kwamen protesten en de eerste bedrijfsbezetting werd een feit. De rollen in de Nederlandse samenleving verschoven fors. 

Veel compromissen

En met dit alles waren er ook sterke effecten op de herziening van de Wet op de ondernemingsraden. De maatschappelijke strijd zorgde ervoor dat door allerhande politieke en maatschappelijke partijen talloze compromissen moesten worden gesloten.
DS’70, de kleine christelijke partijen en de werkgevers vreesden dat de wet nauwelijks nog uit te voeren zou zijn. Hij werd te procedureel. Men vreesde ook dat de bestuurder en ondernemingsraad elkaar al polariserend in de haren zouden vliegen.

De wet aanpassen

Er zijn al diverse pogingen gedaan de WOR aan te passen. De meest moedige was die van de toenmalige minister de Geus in 2005. Met zijn poging ontvlamde onmiddellijk weer een oude strijd tussen vakbonden en werkgeversorganisaties. Met name de bonden wilden geen letter veranderen in de WOR. Het aanpassen van de WOR kan maar beter achterwege blijven, het zal opnieuw leiden tot een strijd tussen belangenpartijen. Niks aan doen dus aan die WOR en gewoon je eigen weg gaan. Overigens is er verder geen enkele reden de WOR weg te doen: hij vormt de legitimatie voor welke vorm van medezeggenschap dan ook.

Samenvatting WOR

De vier grondrechten uit de Wet op de ondernemingsraden samengevat.

Ja, ik wil de samenvatting WOR