Over de invloed van het onbewuste

placeholder

Over de invloed van het onbewuste is al zoveel geschreven en toch vergeten we het ook steeds weer. Neem zo iets ogenschijnlijk simpels als een zaalopstelling.
Vorige week was ik uitgenodigd bij een driedaagse bijeenkomst van een organisatie. Om speciaal te letten op de ‘onderstromen’.
Ik kwam vrij onbevangen binnen in een prachtig klassiek ingerichte zaal. De stoelen stonden keurig in rijtjes achter elkaar opgesteld. Voorin stond het katheder met microfoon en natuurlijk de beamer. De mensen schuifelden binnen en gingen zitten. Armen over elkaar.

De manager begon. Het zou een moeilijk jaar worden, subsidies stonden onder druk. “We moeten onszelf opnieuw uitvinden.” De zaal luisterde. Hij ontving een beleefd applaus.
De tweede manager sprak over de problemen met een van de subsidiegevers, hij was er druk mee bezig. Misschien was hij wel gematigd positief. Weer een mat applaus.
Na manager drie kwam er een beleidsmedewerker die met behulp van een werkelijk prachtige prezi-presentatie de speerpunten voor het komende jaar van zijn team vertelde. En toen gebeurde het. Juist deze – enthousiast vertellende – collega kreeg een sneer. En nog een. De (rest van de) zaal liet het gebeuren.
De volgende beleidsmedewerker deed zo mogelijk nog enthousiaster zijn verhaal. Wat was hij hard aan het werk! Hij stelde vragen aan de zaal, maar kreeg eenlettergrepige antwoorden terug. En natuurlijk kritische noten: had hij wel aan zus gedacht, klopte zo wel?

De bijeenkomst was klaar. Nu dan de cultuur. Of ik hen terug kon geven hoe ze het deden? Ik vroeg het ze eerst maar eens zelf. Daarvoor had ik een paar vragen bedacht: gaf de bijeenkomst energie, wat raakte hen echt, wat zouden ze er thuis over vertellen?

De uitkomst van dit gesprek hoef ik u niet te vertellen. Maar wel de schok die het teweegbracht: hoe kan het nou dat we dit met onszelf hebben laten gebeuren! Een aantal deelnemers kwam naar me toe met schaamrood op de kaken: “Ik ben nota bene zelf trainer, ik weet hoe het werkt! Waarom deed ik niets? Waarom greep ik niet in? Waarom deed ik zo negatief? Waarom zette ik de stoelen niet anders?”

Soms gebeuren dingen gewoon, lijkt het. En ja, we laten het onbewust gaan zoals het gaat. Maar niet zo expres als we soms denken. Deze (zeer goed opgeleide mensen) kwamen al zorgelijk binnen ‘het zou er niet best uit zien het komende jaar’. Ze waren –  zoals dat heet in het nieuwste communicatie-breinjargon –  negatief geprimed. Daarnaast deed de amygdala (het deel van de hersens dat in actie komt bij bedreigingen) er onmiddellijk een schepje boven op doordat ze in rijen zaten en letterlijk achterover konden leunen. Ze deden echt hun best om te luisteren en hun zorgen opzij te zetten. Maar de verhalen overtuigden niet. Zo bleven de zorgen smeulen. Toen ze dan eindelijk iets mochten zeggen, over eigenlijk een heel goed verhaal van een collega, dwongen die zorg en het venijn zich onmiddellijk op de voorgrond.

Het onbewuste nam het rationele over en aanvankelijk had niemand zelfs door dat het er wel erg onaardig aan toe ging. Pas toen ieder echt ging nadenken over wat zich afspeelde, kon het bewuste ingrijpen: dit laten we toch niet gebeuren!