Participatie en aardgasvrij leven

placeholder

Als we in 2050 willen koken en verwarmen zonder aardgas, hebben we nog maar 23 jaar om te bedenken en te organiseren hoe we dat gaan doen. Dat is kort! Het betekent flinke veranderingen in 7 miljoen bestaande woningen, onder en boven de grond. Die ‘we’, dat zijn overheden, de energiesector, corporaties en bewoners. Tijdens het 25-jarig verjaarsfeest van het Klimaatverbond op 6 april jl. stond de vraag centraal ‘hoe organiseren we de participatie’.

Eerdere grote ingrepen, zoals de aanleg van waterleiding en riolering in het begin van de 19de eeuw, vonden in een andere setting plaats. De overheid greep in en legde op, participatie bestond niet. Andere veranderingen, zoals de afschaffing van kolenkachels en de overgang naar nieuwe warmtebronnen, waren minder ingrijpend en vonden per huishouden plaats. Dat geldt ook voor de aanschaf van zonnepanelen en dubbel glas in woningen. Een omslag als deze is uniek.

Vandaar dat de vraag relevant is hoe bewoners betrokken kunnen worden bij de warmtetransitie. Welke ervaringen en inzichten uit andere participatieprocessen kunnen we benutten? Graag geven we aan de ‘klimaatverbinders’, energiebeleidsmakers, – activisten en -professionals een viertal adviezen mee. Ontleend aan participatieprocessen over nieuwe wegen, schone steden, diversiteit in samenleven en andere maatschappelijke veranderingen. Over het belang van een krachtig verhaal met perspectief, over de noodzaak van aansluiten bij belangen en behoeften, over beschikbaar stellen van kennis, en het organiseren van een zorgvuldig participatieproces.

Een krachtig verhaal over de verandering

Warmtetransitie is voor de meeste mensen nog een ver-wegverhaal. De kranten staan vol met windmolens op zee en problemen met gas in Groningen, maar dat leidt niet automatisch bij iedereen tot het besef dat er door henzelf gehandeld moet worden. Alle woningbezitters zullen een keuze moeten maken hoe zij aan hun warmte komen, bijvoorbeeld via aansluiting op een warmtenet of verwarmen en koken op elektriciteit, in combinatie met duurzame isolatiemaatregelen. Elke keuze brengt flinke investeringen met zich mee en bij sommige keuzes is men afhankelijk van anderen. Als men kiest voor een warmtenet in een wijk, moet daar een minimum aantal huizen op aangesloten worden om het rendabel te maken; maar wat als mensen liever een andere keuze maken? Bijvoorbeeld de keuze die in de wijk ernaast wordt gemaakt, om all electric te gaan?

Er is een krachtig verhaal over verandering nodig, om mensen bewust te maken van noodzaak en urgentie: dat verhaal maakt duidelijk waarom het noodzakelijk is dat we stoppen met koken en verwarmen op gas. En geeft een overtuigend antwoord op de vraag waarom we daar nu al mee bezig moeten zijn. En vooral schetst het verhaal de betekenis voor iedereen; het geeft aan wat er in ieders leven gaat veranderen en wat van ieder zelf wordt verwacht.

Mensen mee krijgen: aansluiten bij belangen en behoeften

Mensen betrekken bij een verandering vraagt tijd en inzet en wellicht ook geld van hen, en dat zijn schaarse goederen. De concurrentieslag om deze schaarse goederen vergt een investering op maat. Geen over all aanpak voor ‘de burger’. Behalve het krachtige verhaal is het belangrijk om je te verdiepen in de mensen die je wilt betrekken, per stad, wijk, straat of huishouden.

Veel mensen hebben matige ervaringen met inspraak en participatie. Er was soms geen ruimte voor andere meningen of oplossingen; of er werd te weinig gedaan met hun inbreng. Die ervaringen spelen door als ze worden uitgenodigd om mee te denken over warmtetransitie. Luister dus, en doe het beter.

Warmtetransitie heeft voor de ene persoon te maken met idealen en een gezonde toekomst. Diegene zal kansen zien en enthousiast deelnemen aan nieuwe initiatieven. Een andere persoon zal warmtetransitie eerder verbinden aan achterstallig onderhoud en dure investeringen aan de woning. Vooral aan kosten dus, terwijl bekend is dat kosten voor verduurzaming nu al in onevenredige mate drukken op de portemonnee van mensen met lagere inkomens. Voor weer een andere persoon past warmtetransitie in het rijtje ‘gedoe’ en keuzestress waar hij of zij geen tijd aan wil besteden. Voor deze verschillende categorieën van belanghebbenden zijn manieren op maat nodig om hen te bereiken. Sommigen zullen warmlopen voor kant-en-klare alternatieven waarover men, via internet en met een rekenmodel, thuis op rationele wijze keuzes kan maken. Anderen staan open voor voorbeelden uit bekende kring. Als buren, familie en vrienden meedoen met een warmtenet en vertellen over hun ervaringen, heeft dat een krachtig effect. Voor sommigen is het vormen van een eigen energiecollectief aantrekkelijk, voor anderen is zoiets een schrikbeeld.

Huiswerk op orde, kennis delen

Warmtetransitie is groot en ingrijpend in alles: belangen, diversiteit in oplossingen en maatregelen, kosten, baten. Individuele burgers moeten kunnen vertrouwen op een eerlijk en open proces, waarin overheid en de energiesector hun verantwoordelijkheden nemen en informatie delen. Bovendien vraagt het samenwerken aan de beste oplossingen (cocreatie in plaats van participatie) om een realistische investering in het proces van samenwerking. De kennis en capaciteit van overheid en energiesector vormen belangrijke dragers voor het transitieproces: stel ze ruimhartig beschikbaar in toegankelijke informatie over achtergrond, opties en consequenties. Wees ook helder over de eigen inzet en investering en over wat wordt gevraagd van de burgers als partners in de transitie. Daarbij hoort besef van macht en belangen. Wees open over belangen en ga respectvol om met machtsverschillen. Warmtetransitie is van iedereen.

Proces: It better be good!

Cocreatie in het licht van warmtetransitie vraagt dezelfde kritische voorwaarden als andere participatieprocessen. In die zin is warmtetransitie een uitgelezen kans om alle ervaring en expertise met participatie in te zetten!
Ten eerste: tijd en flexibiliteit. Snel een plan uitdenken met een hele wijk geeft schijnhouvast. In de praktijk vraagt cocreatie tijd en flexibiliteit. Een plan met vertrekpunten en mijlpalen past beter dan een blauwdruk.
Ten tweede: investeer in proceskwaliteit. Onafhankelijke gespreksleiders, toegankelijke informatie, budget om alternatieven te onderzoeken.
En last but not least: ga op zoek naar de ‘wijsheid van de minderheid’ en benut methoden om eigenaarschap en betrokkenheid te vergroten, zoals deep democracy.

Echt investeren in participatie betekent dat je voor een flinke periode ieders inzet en creativiteit nodig hebt om warmtetransitie vorm te geven.

 

Geschreven samen met Marjo Kroeze
Ook geplaatst op www.klimaatverbond.nl